Kanaries zijn sterk aangepast aan het vliegen. Hun botten bevatten veel holtes, waardoor ze licht maar toch sterk zijn. Een hol bot is immers iets buigzamer en zal dan ook minder snel breken dan een opgevuld bot.
Hun voorpoten (de vleugels) zijn aangepast om te kunnen vliegen, toch kan je nog een soort van arm met een hand en vingers herkennen. De handwortelbeentjes en het middenhandsbeentje zijn vergroeid, men noemt dit de Carpometacarpus. Een andere opvallende aanpassing om te kunnen vliegen is het borstbeenkam (Carina sterni). Dit is een opvallend groot, bladvormig bot aan de buikzijde van de kanarie. Dit bot dient als aanhechting van de grote borstspieren, die zorgen voor de neerwaartse beweging van de vleugels.
1. |
Schedel (Cranium) |
2. |
Halswervel |
3. |
Vorkbeen (Furcula) |
4. |
Ravenbeksleutelbeen (Coracoid) |
5. |
Rib |
6. |
Borstbeenkam (Carina sterni) |
7. |
Knieschijf (Patella) |
8. |
Tarsis (voet) |
9. |
Achterteen |
10 |
Tibia (scheenbeen) |
11. |
Kuitbeen (Fibula) |
12. |
Dijbeen |
13. |
Schaambeen |
14. |
Zitbeen |
15. |
Darmbeen |
16. |
Staartwervel |
17. |
Stuit (einde staartwervelkolom) |
18. |
Synsacrum (vergroeiing van de heiligbeenwervels) |
19. |
Schouderblad |
20. |
Notarium (vergroeiing van borstwervels) |
21. |
Opperarmbeen (Humerus) |
22. |
Ellepijp (Ulna) |
23. |
Spaakbeen |
24. |
Carpometacarpus (vergroeiing van handwortelbeen en middenhandsbeen, typisch voor vogels) |
25. |
Digitus minor |
26. |
Digitus major |
27. |
Alula (aanhechting duimvleugelveren) |
De snavel, opgebouwd uit de hoornlaag van de opperhuid, bestaat uit een vast gedeelte en een beweegbare ondersnavel. De snavel van een vogel vertelt veel over de leefwijze van de vogel. Zaadeters zoals de kanarie hebben een korte, kegelvormige snavel om de zaden te kunnen openen, roofvogels hebben een haakvormige snavel, insecteneters hebben een relatief lange spitse snavel en vogels die hun eten in de grond of in het water zoeken hebben een lange, aangepaste snavel. Eenden hebben een zeefsnavel om het voedsel uit het water te kunnen filteren.
De snavel van een kanarie dient niet alleen om te eten, maar ook om hun nest te bouwen, het verenkleed te verzorgen of het voederen van de jongen. Het vermalen van het voedsel gebeurt bij de kanarie niet in de snavel, maar in de spiermaag. Dit is een gespierde zak, die langs binnen ruw geribbeld is. In de spiermaag wordt het voedsel dan fijn geraspt. Vaak eten kanaries hiervoor dan ook kleine steentjes. Deze gaan dan helpen bij het fijnmalen van hun maaltijd. De snavel dient ook als verdediging tegen vijanden.
Roofvogel Zaadeter Insecteneter Zeefsnavel
Net zoals de snavel vertellen ook de poten veel over een vogel. De meeste vogelpoten hebben vier tenen. Vogels die veel op takken zitten zoals de kanarie hebben poten, die geschikt zijn om de tenen om een tak heen te krullen. Zo zijn alle poten aangepast aan de leefwijze van de vogel. Men maakt een onderscheidt in:
Het dijbeen en kniegewricht zitten verborgen in het verenkleed. Hierdoor kan je ze uiterlijk niet waarnemen. Onder het kniegewricht bevindt zich het scheenbeen, dat tibia wordt genoemd. Het scheenbeen is bevederd en uiterlijk zichtbaar, waardoor het vaak wordt verward met de dij. Het gewricht dat daaronder zit is dan ook niet de knie, maar de hiel. Het deel onder de knie wordt tarsis genoemd.
Landbouwstraat 18
2360 Oud-Turnhout
België
Tel: +32(0)470 46 10 46
E-mail: kevin.clijmans1@telenet.be
Aantal bezoekers sinds 30/07/2016:
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com