Het DNA


DNA staat voor desoxyribonucleic acid of in het Nederlands desoxyribonucleïnezuur en bestaat uit zeer veel nucleotiden. Nucleotiden zijn dus de bouwstenen van het DNA en bestaan zelf weer uit 3 componenten:

  1. Eén van de vier mogelijke stikstof basen: thymine (T), cytosine (C), adenine (A) en guanine (G).
  2. Een suikergroep: desoxyribose.
  3. Een fosfaatgroep.

 

Meerdere nucleotiden aan elkaar vormen samen een polynucleotideketen bijvoorbeeld: ATCGGATTAATGCC. DNA bestaat uit twee polynucleotiden, die in elkaar gedraaid zitten tot een dubbele helix. Elk nucleotide van de ene keten is verbonden met een nucleotide op de andere keten met waterstofbruggen: A steeds met T (en T met A) en G steeds met C (en G met C). Deze twee op een verschillende streng gelegen, met elkaar verbonden nucleotiden duidt men aan als een basenpaar.