Een virus (Latijns: toxine of vergif) bestaat uit een hoeveelheid erfelijk materiaal. Het heeft geen eigen stofwisseling en kan niet groeien zonder gastheer. Ze hebben dus een levende cel nodig om zich te kunnen vermeerderen. Een virus koppelt zich aan een cel en injecteert daarin het eigen erfelijk materiaal. Binnenin de gastheercel geeft het erfelijk materiaal van het virus de opdracht om nieuwe virussen te maken. Dit kan in veel gevallen leiden tot de dood van de gastheercel.
Ze komen intracellulair voor bij mensen, planten, dieren of bacteriën. Het verschil tussen een virus en een bacterie is het ontbreken van cytoplasma en celorganellen bij virussen. De grootte van een virus varieert van 0,01 tot 0,1 µm. Ze worden gewoonlijk niet als organisme gezien, omdat ze niet de noodzakelijke kenmerken van leven vertonen.
De kern van een virus bestaat uit één soort nucleïnezuur: DNA of RNA wat fungeert als erfelijk materiaal. Het nucleïnezuur van een virus kan een enkel- of dubbelstreng zijn en is omgeven door een eiwitmantel.
Indien virussen een kanarie hebben besmet en in cellen zijn opgenomen, zijn ze niet meer te bestrijden.
Kanariepokken zijn een zeer besmettelijk en taai virus dat voorkomt bij niet ingeënte kanaries. Het wordt voornamelijk overgedragen van latente dragers van het pokkenvirus door bloedzuigende insecten zoals muggen en bloedmijten. Besmetting kan ook gebeuren door direct contact met besmette kanaries via speeksel, huidschilfers, neus- en traanvocht of door indirect contact bijvoorbeeld door de verzorger zijn kleding en handen.
Het tijdstip dat kanaries kunnen besmet raken met het pokkenvirus is niet per definitie in de nazomer, al zijn dit wel de meest cruciale maanden omdat er dan uiteraard het meeste muggen zijn. In principe kan je in verwarmde hokken het hele jaar door sporadisch muggen aantreffen. Eén besmette mug is voldoende om het dodelijk virus over te brengen op niet ingeënte kanaries.
Het pokkenvirus kan het epitheelweefsel van de huid niet doordringen en zal bijgevolg alleen kunnen binnendringen via schaafwonden of andere verwondingen.
Kanaries van alle leeftijden kunnen de ziekte ontwikkelen, maar jonge kanaries zijn het gevoeligst. Men onderscheidt drie vormen van kanariepokken:
Recentelijk is bewezen, dat de ziekte wordt veroorzaakt door een cricovirus. Er worden verbanden gelegd met een te eiwit- en vetrijke voeding in de rustperiode. Dit wordt veroorzaakt door te veel versterken van eivoer, negerzaad, perilla, gepelde haver, zonnepitten en hennep. Het overmatig gebruik van medicijnen, vitaminepreparaten en voedingssupplementen zouden ook een oorzaak van deze ziekte kunnen zijn.
Zwarte stip is een ziekte, die wordt waargenomen bij jonge kanaries. De jongen met zwarte stip zijn reeds besmet van in het ei. Vele jongen sterven af juist voor het kippen. Bij de jongen, die wel kippen, ziet men een zwarte stip ter hoogte van de lever juist op de scheiding van de borst- en buikholte. Dit is de galblaas, die abnormaal is uitgezet en duidelijk is aangetast. De ziekte heeft een zeer hoog sterftecijfer. De jongen sterven zelfs met een volle krop. Door de aantastingen kunnen ze geen voedingsstoffen meer uit hun voedsel halen.
Soms blijven er toch jongen leven. Bij deze jongen zal enkele uren na het kippen de vlek reeds lichter worden, geleidelijk verdwijnt ze volledig. Dergelijke jongen blijken er dan ook geen last meer van te hebben, maar kunnen het virus wel aan hun jongen doorgeven.
Landbouwstraat 18
2360 Oud-Turnhout
België
Tel: +32(0)470 46 10 46
E-mail: kevin.clijmans1@telenet.be
Aantal bezoekers sinds 30/07/2016:
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com